Pagina's

Mindset veranderen.



Werken aan de mindset.

Bij de geboorte heeft iedereen een groeimindset. 
Bij de observatie van een kind dat leert lopen, praten of fietsen, zie je duidelijk de groeimindset: het kind volhardt, ondanks het vele falen
De meeste kinderen zijn trots en leergierig wanneer ze naar de lagere school gaan. 
Hoe verder in de opleiding, hoe meer kinderen afhaken. De statische mindset steekt de kop op.
Het is duidelijk dat een statische mindset aangeleerd wordt maar dit gebeurt NIET BEWUST. We mogen niemand met de vinger wijzen. Iedereen doet alles met de beste bedoelingen.

HOE KAN JE DE GROEIMINDSET BEHOUDEN?

Vermijd/vergeet/verwerp stereotypen en vooroordelen.
Negatieve (voor)oordelen over studenten (meisjes zijn zwakker in wiskunde, aan die klas is niets meer te doen), bevolkingsgroepen, …  zorgen voor een statische mindset. Stereotypen bevestigen de statische mindset gedachte. Zij geven aan dat de eigenschap of het vermogen in kwestie vast staat en dat sommige groepen deze eigenschap hebben en anderen niet.
De schade van stereotypen komt van de vaste mindset boodschap die uitgesproken wordt. Vermijd het uitspreken van vooroordelen, ook vooroordelen over anderen, in het bijzijn van kinderen.  Nog beter is om (voor)oordelen te verwerpen en met een open mind medewerkers en leerlingen te ondersteunen bij hun leerproces en durven te laten zien dat we zelf ook voortdurend leren. 

Bijkomend effect is dat vooroordelen de groep waarover dit vooroordeel wordt uitgesproken zelf gaat geloven in dit oordeel en er zich naar gedragen. Men creëert wat men zegt.

Stop met de foute invulling van het begrip ‘talent’.
In onze samenleving aanbidden we het talent ‘iets kunnen zonder inzet’. Het wordt aanzien als een godsgeschenk. Dit werkt demotiverend voor onze kinderen. Degenen die geloven in dit talent, wachten af of ze succesvol blijven. 

Aanvankelijk is de verwerkingscapaciteit om nieuwe kennis te verwerken voldoende om mee te kunnen in de school zonder thuis extra te werken of te oefenen. Kinderen die zeer goed meekunnen in de lagere school (dikwijls zitten meisjes in deze groep omdat die op deze leeftijd mentaal voorstaan op jongens) hebben gedurende 6 tot 9 jaar een (bijna) continue reeks aan succeservaringen gehad waarvoor ze zich niet of nauwelijks hoefden in te spannen, valse succeservaringen dus. Ze hoefden thuis niet te werken voor de school omdat ze alles zonder extra inzet verwerkten in de klas. Daarenboven worden ze dikwijls 6 tot 9 jaar lang geprezen voor die met weinig inspanning behaalde successen (bvb. je bent slim, je bent hier goed in...). Ze ontwikkelen hierdoor een ‘vaste mindset’. Ze hebben het gevoel dat je iets kan zonder inzet. Dit voedt de gedachte dat dit soort talent effectief bestaat. Sommigen hebben een zeer grote verwerkingscapaciteit en kunnen dit tot in de hogere jaren volhouden. Zodra de verwerkingscapaciteit onvoldoende is, wordt er steeds regelmatiger gefaald. De betrokkene raakt steeds meer gedemotiveerd. Ze denken dat ze het geschenk niet kregen en voelen zich ‘in de steek gelaten’. Ze vinden het ‘niet eerlijk’ en benijden iedereen die wel talent kreeg. Ze merken niet dat degene die ze benijden eigenlijk werkt voor zijn succes (groeimindset) of een iets grotere verwerkingscapaciteit heeft en op weg is naar zijn grens waarop hij zal falen (statische mindset).
We moeten het idee, dat sommige mensen gewoon geschenken kregen die ze naar succes brachten, corrigeren. Einstein, Mozart, Michael Jordan, geen van hen slaagde zonder enorme toewijding en inzet. Enkel door veel inspanning en het gebruiken van hun verwerkingscapaciteit bekwamen deze mensen hun potentieel. Steeds meer onderzoeken bevestigen dat slechts één factor mensen die grote successen boeken onderscheidt van hun even getalenteerde collega's – en dat is hoe hard ze hebben gewerkt om dit succes te behalen. Ons talent zorgt er niet voor dat we iets vanzelf kunnen. Talent is ons vermogen om iets aan te leren.

Geef de juiste complimenten.
Jonge kinderen wisselen snel van groei- naar statische mindset en omgekeerd. Daarom is het belangrijk om consequent juist te complimenteren. Bij een kind dat veel ‘statische’ complimenten kreeg, is de statische mindset aanwezig en moet men langer op de juiste wijze complimenteren om het kind opnieuw een groeimindst te geven.
Ondersteuning bij inzet van het kind, bevestiging dat na inzet nieuwe dingen gekend zijn, duidelijk linken van inzet aan verworven kennis of verworven vaardigheden: dit alles doet het kind geloven in zijn mogelijkheden en het nut van inzet.

Praktische tips om effectief en juist te complimenteren
Complimenteren over eigenschappen (zie statische mindset) kan onbedoelde nadelige effecten hebben. Deze nadelige effecten treden niet op bij procescomplimenten (zie groeimindet).
Hoe geef je procescomplimenten?

  • Complimenteer niet de mens op zich, maar wat hij deed.
  • Complimenteer zo specifiek mogelijk.
  • Vermijd onwaarachtige complimenten, wees realistisch.
  • Vermijd complimenten die concurrentie in de hand werken, vergelijk het kind met zichzelf.
  • Complimenteer ontwikkelingsgericht, inzet, het groeiproces, het gedrag.
  • Benadruk dat de nieuw verworven vaardigheden en kennis aangeleerd zijn.
  • Geef het kind geen label.
  • Bevestig dat fouten en tegenslagen samengaan met leren.
  • Gebruik een toekomstcomponent.

Aanvullende tips.

  1. Complimenteer over wat belangrijk is voor de ander. Probeer het compliment te koppelen aan een doel van de ander en te betrekken op gedrag waarvan je vermoedt dat het te maken heeft met de vooruitgang in de richting van het doel.
  2. Gebruik het complimenten-ABC. De A staat voor Accuraat: het compliment moet verwijzen naar iets dat echt gebeurd is en dat de gecomplimenteerde zelf heeft gedaan. De B staat voor Believable: het compliment moet geen overdrijving zijn maar realistisch beschrijven van er gebeurd is. De C staat voor Constuctive: het compliment moet verwijzen naar wat de persoon wil bereiken en het moet bruikbaar zijn voor de ander om nog stappen vooruit te zetten.
  3. Complimenteer vragend. In plaats van direct te complimenteren “zoals: “Dat heb je goed gedaan!” kun je ook indirect complimenteren. Indirect complimenteren houdt in dat je de ander via een vraag uitnodigt om zelf te beschrijven wat er goed was aan wat hij of zij heeft gedaan. Een voorbeeld van een indirect compliment is: “Hoe heb je het voor elkaar gekregen om dat zo snel af te hebben?” Het is ook mogelijk om het perspectief van anderen te benutten bij indirect complimenteren. Een voorbeeld hiervan is: “Wat waarderen je ouders in hoe jij werkt?” Een voordeel van vragen complimenteren is dat je de ander activeert. De kans is kleiner dat de ander zich geneert voor het compliment en het wegwuift. In plaats daarvan daag je de ander uit en zet je hem of haar het denken (“ja, hoe heb ik dat precies gedaan?”).
  4.  
    Voorbeelden van procescomplimenten.
  • Wat kan jij goed ……, je hebt zeker veel geoefend?
  • Wat goed dat je hebt doorgezet na die tegenslag.
  • Als je op deze manier je best blijft doen, dan word je elke dag beter.
  • Ik merk dat je echt vooruitgaat, je doet het elke dag beter.
  • Erg knap dat je die uitdaging bent aangegaan.
  • Wat een mooie worp deed je daar. Hoe heb je geleerd om met zoveel effect te werpen.
  • Wat een mooie manier van uitwerken voor dit probleem, je hebt goed over de leerstof nagedacht.
  • Al je harde werken wordt beloond met een A attest, opname in de ploeg ….
  • Wat een inzet toonde je.

Voorbeelden van uitspraken die een groeimindset stimuleren.
  • Als je uitdagingen aangaat is het maken van fouten onvermijdelijk.
  • Bedankt voor je idee. Ik ga erover nadenken en probeer er iets mee te doen.
  • Dat was een moeilijke opdracht. Ik vind het erg knap hoe je je geconcentreerd hebt en de klus afgemaakt hebt.
  • Dit is inderdaad een moeilijk onderwerp. Dat is een van de dingen die het leuk maakt.
  • Fouten maken en er van leren is heel belangrijk.
  • Heb je er iets van geleerd?
  • Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
  • Hoe heb je dit aangepakt?
  • Iedereen kan altijd leren.
  • Is er iets dat je niet begreep in deze taak? Wil je dat we het samen nog even overlopen?
  • Van feedback kun je leren.
  • Van succes van anderen kun je vaak iets leren.
  • Vond je het leuk om dit te doen?
  • Waar ben je op het moment mee bezig?
  • Waar wil je je de komende tijd op richten?
  • Wat begrijp je al wel en wat begrijp je nog niet?
  • Wat heb je geleerd?
  • Wat kun je de volgende keer beter doen?
  • We vinden het belangrijk om elkaar te helpen leren en groeien.
  • Zou je me wat feedback kunnen geven op hoe ik dit aangepakt heb?
HOE DE MINDSET VAN IEMAND VERANDEREN?

Bij jonge kinderen met een statische mindset kan je over talenten en de hersenen vertellen. Je kan hierbij de nadruk leggen op inzet, doorzetting, de veranderbaarheid van de hersenen.
Vanaf de tweede graad kan je jongeren van een statische mindset naar een groeimindset brengen door middel van een workshop. Meestal zijn ook leerlingen in de klas aanwezig die nog een groeimindset hebben. Zij kunnen eenvoudig mee de workshop volgen want ze krijgen door de workshop de bevestiging dat ze op de juiste weg zitten. Dit maakt hen meer zelfzeker: ze durven hoge punten te behalen, ze durven zich in te zetten voor taken, ze durven zich vooraan in de klas te zetten ... Een workshop heeft dus steeds voordelen.

Verschillende onderzoekers hebben groeimindsetworkshops beschreven, uitgevoerd en onderzoek gedaan naar de effecten ervan. Hieruit blijkt dat zelfs een kortdurende workshop effectief is.
Een workshop bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Informatie geven over de groeimindset:  aan de hand van een presentatie, een artikel en een film wordt beknopt uitgelegd hoe mensen in staat zijn om te leren. De film laat zien hoe in de hersenen nieuwe verbindingen worden gemaakt tijdens het leren.
  2. Zelf laten benoemen van het belang:  de deelnemers aan de workshop wordt gevraagd om zelf ten minste 3 redenen te noemen waarom het belangrijk is om te onderkennen dat mensen hun capaciteiten kunnen ontwikkelen.
  3. Eigen groei-ervaring zoeken en  analyseren: de deelnemers wordt gevraagd om te beschrijven hoe hen gelukt is om beter in iets te worden waarin ze eerst niet goed waren. Dit kan in groep, maar ook individueel op papier, waarna enkele voorbeelden worden besproken.
  4. Uitleggen aan een ander:  de deelnemers wordt gevraagd om aan een (hypothetische) ander uit te leggen hoe die zijn of haar capaciteiten kan ontwikkelen. Dit kan in groep of individueel op papier, waarna enkel voorbeelden worden besproken.
  5. Leren van de groei van een ander:  de deelnemers wordt gevraagd een voorbeeld te bedenken en analyseren van een situatie waarin iemand anders iets geleerd had waar zij hem of haar van tevoren niet in staat achtten.

Na een workshop met leerlingen constateerde men een belangrijke verandering in hoe deze leerlingen school zagen. Voor de workshop zagen veel leerlingen school als een plek waar je als leerling presteert en waar de docenten jou beoordelen. Na de workshop zagen zij school meer als een plek waar je met hulp van de docent dingen leert die je slimmer maken. Ook zeiden ze dat ze terwijl ze aan het leren waren voor zich zagen hoe hun neuronen nieuwe verbindingen aan het vormen waren.

Een groeimindset aanleren aan zowel docenten als leerlingen kan leiden tot het beter benutten van het potentieel van de leerlingen.

Indien een school een cultuur kan opbouwen waarin de groeimindset de normale manier van denken is, zal dit zeer waarschijnlijk veel voordelen opleveren, zowel voor leerkrachten en leerlingen als voor de school als geheel. 

Ben je toevallig op deze pagina terecht gekomen? Dan kom je door op deze link te klikken op de startpagina van deze blog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten